Punch needling voor de eerste keer

Het is razend populair: Punch needling of punchen. Overal zien we van die gezellige borduurringen met de mooiste ontwerpen erop gepuncht. Daarom zijn we er zelf ook mee aan de slag gegaan. En wat is het tof om te doen! En helemaal niet moeilijk. Hieronder lees je meer over Punch needling, de techniek en de materialen die je nodig hebt.



Wat heb je nodig?

In de basis heb je slechts een paar materialen nodig. Dat zijn:

Hoe begin je met Punch needling?

Voordat je kunt beginnen, moet je de stof goed opspannen in een borduurring. Met punchen zet je redelijk wat druk op de stof en door deze in de borduurring te plaatsen, kun je gemakkelijk in de stof prikken. Doe de stof eerst losjes in de borduurring en draai deze een beetje aan. Trek nu aan alle kanten van de stof totdat deze mooi strak staat. Draai dan de ring vast. Kies als 'werkborduurring' (dus de ring waarop je gaat werken) een kunststof ring. Deze ziet er niet zo mooi uit, maar houdt je stof wel beter vast. Als je klaar bent, kun je je project eventueel ophangen in een houten borduurring.

Daarnaast moet je je punch needle inrijgen. Kies een draaddikte die past bij de naald die in je punch needle zit. Wij gebruikten Scheepjes Catona met de dikste naald. Met de bijgeleverde draaddoorhaler ga je door de punt van de naald helemaal naar het uiteinde van de punch needle. Haak je draad in de draaddoorhaler en trek het geheel door de naald. Daarna moet je draad nog door het kleine gaatje aan het einde van de naald. Steek daarvoor de draaddoorhaler vanaf de buitenkant door het kleine gaatje en trek de draad erdoor. Nu ben je klaar om te beginnen.

https://youtu.be/zo6H0t65L_k

Een patroon tekenen of overbrengen

Je kunt natuurlijk in het wilde weg wat punchen, maar het is ook leuk als je van te voren een patroon op je stof tekent. Dit geeft je meteen ook wat houvast als je straks gaat punchen. Teken met een stift je eigen ontwerp op de stof. Ben jij niet zo'n tekenwonder? Dan kun je ook een plaatje uitprinten en overtrekken op de stof. Dit doe je bijvoorbeeld met een lichtbak (als de stof niet te dik/dicht is) of met transferpapier. Doe dit overigens voordat je de stof opspant in je borduurring. Dat werkt iets prettiger.

Punch needling tips & tricks

In principe is het een kwestie van de naald in de stof prikken, weer omhoog halen en een klein stukje verder weer erin prikken. Aan de achterkant ontstaan er dan lussen, terwijl er aan de voorkant platte steken ontstaan. Er zijn wel een aantal zaken waar je op moet letten voor een mooi resultaat.

  • Ten eerste moet je even goed kijken naar de punt van de naald. Je ziet dat deze schuin afloopt. In het lange gedeelte zit het gaatje met je draad. Dit is de achterkant. Het korte stuk met de opening van de naald is de voorkant en moet in de richting van je werk wijzen. Het draadje moet dus als het ware achter de naald aan slepen.
  • Let er ook op dat er geen spanning staat op de draad die achter uit je naald komt. Er moet altijd een vrije toevoer van garen zijn om mooie steken te maken.
  • Als je pas begint, raden we je aan om de naald op de langste stand te zetten. Bij de Opry punch needle is dat 12. Op deze manier krijg je de langste lussen aan de achterkant. Ben je al wat meer geoefend en wil je kleinere lussen, zet de naald dan op een lagere stand.
  • Steek de naald diep in de stof, helemaal tot aan het witte plastic van de punch needle. Daarna haal je hem er voorzichtig weer uit. Zorg ervoor dat de punt van de naald nooit ver van de stof verwijderd is. Het mooiste effect krijg je als je de naald zo kort mogelijk op de stof verplaatst naar de volgende steek.
  • Er is geen bepaalde volgorde waarin je de steken moet maken. Wij vonden het handig om van buiten naar binnen te werken, maar je kunt ook van binnen naar buiten of van links naar rechts werken.

Een nieuwe kleur aanhechten

Als je met verschillende kleuren werkt, moet je soms wisselen van kleur. Knip de draad waarmee je gewerkt hebt eenvoudig af en rijg de nieuwe kleur in je punch needle. Nu ga je verder met punchen op de plek waar je de nieuwe kleur wilt hebben.

Wat is de voorkant en wat is de achterkant?

Oorspronkelijk was de lussenkant bedoeld als de voorkant of goede kant. Maar tegenwoordig wordt ook de 'achterkant' met de platte steken als voorkant gebruikt. Het ligt een beetje aan je ontwerp en natuurlijk aan je persoonlijke voorkeur. Het is zelfs mogelijk om de voor- en de achterkant te combineren! Door aan twee kanten van de stof te punchen, combineer je platte steken met lussen voor een heel gaaf effect! Wij kozen ervoor om de platte steken als voorkant te gebruiken, omdat daarin de vlinder het duidelijkst naar voren komt.

Verschillende punch steken

Er zijn 4 verschillende steken waar je mee kunt werken. Zo heb je de platte steken (flat stitches) die ontstaan aan de kant waar je op werkt. De korte lussen (loop stitches) en de lange lussen (exaggerated loops) aan de andere kant. En ten slotte krijg je een shag effect door de lussen door de knippen.


Afwerking

Alles is gepuncht, je bent helemaal klaar. En nu? Knip de draad af en besluit welke kant jouw voorkant wordt. Als de lussenkant jouw voorkant wordt, dan kun je de platte steken vastzetten met een laagje textiellijm. Je kunt er ook nog voor kiezen om er een laagje vilt achter te plakken.

Als je de platte steken als voorkant gaat gebruiken, knip je de draad zo kort mogelijk op de stof af. Duw het uiteinde met je naald naar de andere kant. De achterkant kun je eventueel verbergen door er een stuk vilt of karton over te plakken.

Moet punch needling in een borduurring?

Het punchen zelf is het makkelijkst in een borduurring of borduurraam. Maar je hoeft je project hier uiteraard niet in te laten zitten. Hoewel een borduurring aan de muur er natuurlijk heel gezellig uit ziet, kun je nog veel meer maken met punch needling. Denk bijvoorbeeld aan kussens, etuis, tafellakens, quilts, handdoeken, knuffels, tassen, wandhangers en nog veel meer!